Naaldlokalisatie
Bij eerdere onderzoeken is een afwijking in je borst gevonden. Deze afwijking wordt operatief verwijderd. De afwijking is niet te voelen maar is wel op de röntgenfoto’s of het echo-onderzoek te zien. Om de juiste plaats van de afwijking te markeren brengen we een draadje in op de plaats van de afwijking in je borst. Daarna kan de chirurg tijdens de operatie het draadje volgen om zo het afwijkende weefsel rondom de punt van het draadje te verwijderen. Dit weefsel wordt opgestuurd naar het laboratorium.
Voor het onderzoek
Voor deze procedure word je opgenomen in het Dagziekenhuis Heelkunde (Route M - achter het ziekenhuis). Hier gebeuren de nodige voorbereidingen. Vervolgens word je in bed naar de dienst Radiologie gebracht.
Het onderzoek zelf
Dit onderzoek voeren we uit met behulp van mammografie of echografie. De gynaecoloog beslist welke methode gebruikt wordt.
- Bij een naaldlokalisatie onder mammografie (stereotaxie) worden een aantal foto’s genomen met het mammografietoestel om de locatie van de afwijking te bepalen.
- Bij een naaldlokalisatie onder echo bepaalt de radioloog de locatie van de afwijking met het echotoestel.
Eens de locatie van het letsel gekend is, wordt er onder lokale verdoving in de borst geprikt tot in de afwijking. Dit gebeurt met een dunne naald waarin een draadje zit. Het draadje wordt voorzichtig uit de naald geschoven en de naald wordt teruggetrokken. Aan het draadje zit een klein haakje zodat deze niet uit de borst kan glijden. Het draadje wordt vastgekleefd met een pleister.
Na het onderzoek
Na het onderzoek word je teruggebracht naar de verpleegeenheid. Daar wacht je tot je geopereerd wordt.
De patholoog-anatoom onderzoekt de stukjes weefsels die de chirurg verwijderd heeft. Wanneer de behandelende arts de resultaten heeft, zal hij deze met je bespreken.
Praktische informatie
Hoe je een afspraak maakt, hoe je je kunt voorbereiden op het onderzoek en waar je je beelden kunt raadplegen, lees je hier.
Praktische info