Implantaten en radiologische onderzoeken

Er zijn tal van medische implantaten, van orthopedisch materiaal zoals bouten en platen tot implantaten voor hart, hersenen, gehoor en diabetes. Elk type implantaat kan anders reageren bij radiologische onderzoeken. Daarom geven we hier een overzicht van de verschillende implantaten en hoe ze zich gedragen tijdens radiologische onderzoeken.

Orthopedisch materiaal

Pacemaker

Defibrillator

Neurostimulator

Reveal

Pijnpomp

DBS

Implantaten gehoor

Glucosesensor


Orthopedisch materiaal

Orthopedisch materiaal levert bij geen enkel type radiologisch onderzoek problemen op. Gewrichtsimplantaten (heup, schouder, knie) vormen geen probleem wanneer er een RX, CT, echo, mammografie of MR moet worden uitgevoerd. Ook kleiner orthopedisch materiaal zoals schroeven en bouten geven geen probleem. Het enige waar we rekening mee houden, is dat er voldoende tijd tussen de operatie en een MR-onderzoek moet zijn: minimum zes weken.


Pacemaker

Een pacemaker mag zonder controles onder CT, RX, echo en mammografie. Een MR kan niet zomaar worden uitgevoerd als je een pacemaker hebt. Eerst moet de cardioloog controleren of de pacemaker en ook de bedrading ervan MR-compatibel is en dus onder een MR-scan mag.
Als de pacemaker of de bedrading niet compatibel is, kan er geen MR worden uitgevoerd. Als de pacemaker compatibel is, kan het een vereiste zijn dat de MRI een sterkte van 1,5 Tesla heeft. Dit is zo in AZ Sint-Lucas.

Een halfuur voor de MR wordt een afspraak vastgelegd bij de Functie- afdeling om de pacemaker aan te passen. Na de MR ga je opnieuw naar de Functieafdeling om de pacemaker opnieuw op de gewone stand te laten plaatsen.


Defibrillator

Een defibrillator mag zonder controles onder CT, RX, echo en mammografie.

Een MR kan niet zomaar uitgevoerd worden als je een defibrillator hebt. Eerst moet gecontroleerd worden of de defibrillator MR-compatibel is en dus onder een MR-scan mag. Als de defibrillator niet compatibel is, kan er geen MR worden uitgevoerd. Is de defibrillator wel compatibel, kan het een vereiste zijn dat de MRI een sterkte van 1,5 Tesla heeft. Dit is zo in AZ Sint-Lucas.

Een half uur voor de MR wordt een afspraak vastgelegd bij de Functie- afdeling om de defibrillator aan te passen. Na de MR ga je opnieuw naar de Functieafdeling om de defibrillator opnieuw op de gewone stand te laten plaatsen.


Neurostimulator

Een neurostimulator kan zonder controles onder CT, RX, echo en mammografie.

Een MR kan niet zomaar uitgevoerd worden als je een neurostimulator hebt. Om een MR uit te voeren hebben we een schriftelijke toestemming nodig van het Pijncentrum. Hierop staat vermeld dat de neurostimulator compatibel is met een MR van 1,5 Tesla. Dit document moet aanwezig zijn op het moment van het onderzoek, anders kan de MR niet doorgaan.

Op het moment van het onderzoek moet de neurostimulator afgezet of op de MR-stand gezet worden. Als je dit zelf kan, vergeet dan de
afstandsbediening niet mee te brengen naar het onderzoek. Kan je dit niet, dan maken we voor en na het onderzoek een afspraak bij het Pijncentrum om dit te laten aanpassen.


Reveal

Een Reveal levert geen probleem voor radiologisch onderzoek. RX, CT, echo, mammografie en MR kunnen zonder bijkomende maatregelen uitgevoerd worden.


Pijnpomp

Een pijnpomp kan zonder controles onder CT, RX, echo en mammografie.

Onder de MR-scanner schakelt de pijnpomp automatisch uit. Na de scan schakelt de pijnpomp ook automatisch weer aan. Na de MR wordt een controle door het Pijncentrum ingepland.


DBS (Deep Brain Stimulator)

Een DBS kan zonder controles onder CT, RX, echo en mammografie.

Een MR kan niet zomaar uitgevoerd worden als je een DBS hebt. Om een MR-scan uit te voeren moet aan drie voorwaarden worden voldaan:

  • De aanvragende arts (bij voorkeur de neuroloog of neurochirurg die je opvolgt in het kader van de DBS) moet een formulier invullen. Aan de hand van dit formulier wordt bepaald of de DBS compatibel is met het MR-toestel.
  • De aanvragende arts moet kort voor het onderzoek de instellingen van
    de DBS (laten) controleren en hiervan een schriftelijk bewijs voorzien. Dit mag de dag voor het onderzoek of op de dag zelf. De DBS moet correct afgesteld zijn, anders kan de MR niet doorgaan.
  • Jij of je begeleider moet het DBS-toestel in MR-modus kunnen zetten vlak voor het onderzoek en dit erna ook opnieuw kunnen aanpassen. Dit gebeurt met de afstandsbediening van de DBS.

Op het moment van het onderzoek breng je het ingevulde formulier, het attest als bewijs van de controle en de afstandsbediening mee. Als je dit niet bij hebt, kan de MR niet doorgaan.


Implantaten gehoor

Gehoorimplantaat zonder magneet

Een implantaat voor een of meerdere gehoorbeentjes (hamer, aambeeld of stijgbeugel) levert geen probleem voor radiologisch onderzoek. RX, CT, echo, mammografie en MR kunnen zonder bijkomende maatregelen uitgevoerd worden. Bij patiënten met een BAHA (Bone Anchored Hearing Aid) moet bij een CT- en MR-scan de externe processor verwijderd worden. Een RX, echo en mammografie kan zonder maatregelen uitgevoerd worden.

Gehoorimplantaat met magneet

Als je een cochleair of middenoorimplantaat met een ingeplante magneet hebt, moeten wel extra maatregelen genomen worden. Een CT-scan kan uitgevoerd worden als de processor afgenomen is. Het implantaat kan zonder verdere maatregelen onder de CT-scan.

Een MR-scan kan onder een aantal voorwaarden:

  • Vooraleer een MR genomen kan worden, hebben we een schriftelijke toestemming nodig van de NKO-arts die het cochleair implantaat heeft geplaatst. Hierop moet vermeld staan dat het cochleair implantaat MR-compatibel is.
  • Voor de MR moet de processor afgenomen worden. Bij een middenoorimplantaat zijn er geen andere voorzorgen nodig. Bij een cochleair implantaat hangt dit af van het type. Het kan mogelijk zijn dat er een speciaal drukverband aangebracht moet worden over de voetplaat. Dit wordt aangegeven door de NKO-arts en voor de plaatsing hiervan maken we net voor het uitvoeren van de MR dan een afspraak op de dienst NKO. Het drukverband kan je zelf aanvragen bij de fabrikant van het implantaat en meebrengen, of dit kan voorzien worden door de dienst NKO.

Glucosesensor

Patiënten met diabetes die een glucosesensor hebben, kunnen zonder controles onder echo en mammografie.

Bij een RX of CT-scan kan de sensor door de stralen van het toestel beschadigd raken. Dit hangt af van het lichaamsdeel dat gescand wordt. De sensor kan wel blijven zitten tijdens het onderzoek, maar na RX of CT-scan moet altijd aan de hand van een bloedprik gecontroleerd worden of de sensor nog correct werkt.

Bij een MR gaat de sensor stuk en moet deze verwijderd worden vóór de scan. Probeer het onderzoek zo dicht mogelijk bij de wissel van de sensor te plannen. Soms is dit moeilijk en zitten er toch een aantal dagen tussen het vervroegd uitnemen van de sensor voor de MR en de geplande wissel. Om dit te overbruggen kan je eventueel gebruik maken van de bloedprik. In medische noodgevallen kan je de firma van de sensor contacteren en informeren of je een gratis sensor kan krijgen.