Electro-neuro-myografie (EMG)
Bij bepaalde ziektebeelden verandert de elektrische activiteit in de spieren en de elektrische geleiding in de zenuwen. Bij een EMG wordt de elektrische activiteit van de spieren en de activiteit van de zenuw die de spier aanstuurt gemeten.
Spieronderzoek
Bij dit onderzoek wordt gekeken naar de activiteit van de spier. De arts prikt een dun naaldje in de spier en verzoekt de patiënt om door middel van een bepaalde beweging de spier te op- of ontspannen. De naald is verbonden met het EMG-apparaat waarop de spieractiviteit te zien is. De activiteit van de spier is eveneens hoorbaar via de luidspreker.
Zenuwgeleidingsonderzoek
Bij dit onderzoek wordt de te onderzoeken zenuw door middel van kleine elektrische schokjes geprikkeld. Men voelt deze schokjes wel, ze zijn echter onschadelijk. De zenuw wordt op verschillende plaatsen geprikkeld. Per stimulatieplaats krijgt de patiënt meerdere schokjes. De zenuw loopt naar een spier en op die spier worden afleidelektroden geplaatst. Deze elektroden zijn verbonden met het EMG-apparaat. Op dit apparaat worden de resultaten zichtbaar gemaakt.