Diagnose
Bij een eerste raadpleging zal de arts mogelijke klachten en risicofactoren bevragen en gaat hij of zij de persoonlijke en familiale voorgeschiedenis na. Daarna volgt een klinisch onderzoek waarbij de arts beide borsten grondig inspecteert (kijken) en de borsten en klierstreken in de hals en oksel palpeert (voelen).
Klachten
Mogelijke klachten of symptomen van borstkanker zijn:
- Wonde
- Schilfering of roodheid aan de tepel
- Tepelintrekking
- Tepelverlies
- Borstontsteking (warme of rode borst)
- Verandering in vorm of grootte van de borst
- Knobbel in de borst of oksel
- Huidverandering, deuk of huidintrekking
Pijn kan ook een symptoom zijn, maar meestal is borstkanker niet pijnlijk. In een vroeg statium zijn er weinig tot geen klachten.
Onderzoek
Om de diagnose van borstkanker te bevestigen gebeuren ene aantal gerichte onderzoeken. Hieronder vind je een overzicht van de mogelijke onderzoeken. De gynaecoloog zal je, op basis van de onderzoeksresultaten en na multidisciplinair overleg, informeren over de ingreep en het behandelplan. Aarzel niet om meer uitleg te vragen. Onderaan deze pagina kun je ook verschillende brochures downloaden.
Mammografie
Een mammografie is een röntgenopname van de borsten die afwijkingen in het vet of klierweefsel in een vroeg stadium aan het licht kan brengen. De borst wordt op een plaat gelegd en gedurende enkele seconden door een tweede plaat aangedrukt. Dat kan lichte pijn geven, maar het aandrukken is nodig om de hoeveelheid stralen te beperken en om een zo helder mogelijk beeld te verkrijgen. Er zijn twee soorten mammografieën.
Screeningsmammografie
Een screeningsmammografie is een mammografie die genomen wordt in het kader van een bevolkingsonderzoek of borstkankerscreening. Het is een gratis borstonderzoek om bij vrouwen tussen 50 en 69 jaar vroegtijdig borstkanker op te sporen. Aan de hand van die screening wordt naar letsels gezocht die nog niet voelbaar zijn. Wanneer borstkanker in een vroegtijdig stadium wordt ontdekt, verbeteren de overlevingskansen.
Diagnostische mammografie
Als er een voelbaar letsel is of er wordt een borstafwijking gezien dan gebeurt er een diagnostische mammografie. Een diagnostische mammografie wordt meestal aangevuld met een echografie en indien nodig met een biopsie.
Echografie
Een echografie gebeurt meestal aansluitend op de mammografie en wordt uitgevoerd door de radioloog. Het is een beeldvormingstechniek waarbij er gebruik wordt gemaakt van ultrasone geluidsgolven (niet schadelijk voor de gezondheid). Zo kunnen sommige letsels beter herkend en beoordeeld worden. Er wordt gel aangebracht op de huid en met behulp van een sonde die over de borsten glijdt, worden de verschillende kwadranten van de borst en de oksel onderzocht. Een echografie is gemakkelijk uit te voeren en niet pijnlijk.
MRI
Dit onderzoek wordt uitgevoerd wanneer de mammografie en echografie moeilijk te beoordelen zijn, of wanneer een afwijking in de borsten van naderbij bekeken moet worden. Een MRI, ook wel een MR-scan genoemd, maakt gebruikt van radiogolven en van een zeer sterk magnetisch veld. MR staat voor Magnetische Resonantie. Er komen geen röntgenstralen aan te pas.
Borstbiopsie
Als er tijdens de voorafgaande onderzoeken een wijziging in het borstweefsel werd ontdekt, wordt er bijkomend een borstbiopsie uitgevoerd. Op basis van de beelden alleen kan de arts niet met 100 % zekerheid stellen dat het om een goedaardige verandering gaat. Een borstbiopsie is een onderzoek waarbij enkele stukjes weefsel verwijderd worden die nadien onder de microscoop worden onderzocht. Er bestaan verschillende biopsietechnieken. Telkens wordt geprobeerd om de techniek te gebruiken die de meeste informatie geeft en dit met de minste bijwerkingen.
Borstbiopsie onder echografie
De plaats van de verdachte afwijking wordt echografisch bepaald. Er wordt onder lokale verdoving een kleine insnede gemaakt in de huid waarlangs de naald wordt ingebracht. Vervolgens worden er enkele weefselfragmenten weggenomen. Je hoort enkele klikken bij het wegnemen van de weefselfragmenten. Een bioptname laat vrijwel geen litteken na op de huid en wordt zeer goed verdragen.
Borstbiopsie onder stereotaxie
Stereotactisch wil zeggen dat er met behulp van het mammografietoestel enkele opnames van de borst worden genomen, zodat de juiste lokalisatie van de afwijking zeer correct wordt bepaald, alvorens de biopsie te nemen. De huid en de onderliggende weefsels worden lokaal verdoofd. Na de verdoving is het onderzoek nagenoeg pijnloos.
Weefselonderzoek
Het laboratorium pathologische anatomie onderzoekt de cellen en de weefsels om de diagnose te kunnen stellen van een letsel.
Stagingsonderzoeken
Als uit het weefselonderzoek blijkt dat het om een kwaadaardig letsel gaat (borstkanker), is verdere oppuntstelling nodig. Deze stagingsonderzoeken zijn noodzakelijk om lokale uitbreiding of uitbreiding naar de organen (uitzaaiingen) op te sporen of uit te sluiten.
Bloedafname
Bij de bloedafname worden verschillende parameters nagekeken, dit als voorbereiding op een eventuele ingreep.
RX of CT-scan van de longen
De longfoto wordt aangevraagd als routine bij de staging en als voorbereiding op de ingreep. Soms beslist de arts om een CT- scan uit te voeren. Bij het maken van een CT-scan worden veel röntgenfoto’s gemaakt vanuit een groot aantal hoeken. Zo kan de arts nagaan of er afwijkingen bestaan ter hoogte van de longen.
Echografie van de lever
Tijdens het echografisch onderzoek van de lever gaat de radioloog na of er afwijkingen bestaan ter hoogte van de lever. Er wordt gel aangebracht op de huid en met behulp van een sonde die over de buik glijdt, wordt de lever bekeken.
Botscintigrafie (botscan / skeletscan)
Met een botscan sporen we aandoeningen van het skelet op. Dit gebeurt door een kleine hoeveelheid radioactieve stof in te spuiten via een bloedvat in de arm. Na de inspuiting mag je de dienst verlaten en een aantal uur later wordt je terug verwacht voor de aflezing.
CESM
Contrastmammografie of CESM (Contrast Enhanced Spectral Mammography) is een relatief nieuwe techniek. Bij dit onderzoek nemen we een mammografie terwijl er intraveneus (via een bloedvat) een contraststof wordt toegevoegd. We geven een prik in een ader van de elleboog en dienen hierlangs het contrastmiddel toe. Enkele minuten later maken we twee radiografische opnames van de borst, zoals bij een klassieke mammografie. Met deze techniek worden de mogelijk kwaadaardige letsels in de borst beter opgespoord, aangezien zij contrast opnemen en meer opvallen ten opzichte van het omgevende normale borstklierweefsel.
Belangrijk: voor dit onderzoek moet je 4 uur nuchter te zijn (niets eten of drinken).