Behandeling

De behandeling van borstkanker gaat bijna altijd om een combinatie van therapieën en gebeurt altijd geïndividualiseerd en op maat. Je behandeling kan dus afwijken van wat hieronder wordt beschreven. Voor een vroegtijdig opgespoorde borstkanker is chirurgie de meest belangrijke en meestal eerste behandeling. De nood aan hormoontherapie, radiotherapie en chemotherapie wordt bepaald aan de hand van het microscopisch onderzoek. Voor een borstkanker met uitzaaiingen op afstand maakt een operatie niet altijd deel uit van de behandeling. 

Heelkunde

Reconstructieve heelkunde

Hormoontherapie

Radiotherapie

Chemotherapie

Immunotherapie


Heelkunde

Heelkunde voor een invasieve borstkanker omvat het verwijderen van de tumor uit de borst en het onderzoeken van enkele lymfeklieren in de oksel om te bepalen of de kanker zich lokaal verspreid heeft. Borstheelkunde kan borstsparend zijn of met een borstamputatie (mastectomie). Lymfeklierheelkunde kan een sentinelklierprocedure of een okselklieruitruiming zijn. De keuze tussen borstsparende heelkunde of borstamputatie, sentinelklierprocedure of okselklieruitruiming hangt af van vele factoren zoals de uitbreiding van de ziekte buiten de borst, de grootte van de tumor, de aanwezigheid van weefsel dat later kwaadaardig kan worden, de grootte van de borst, de locatie van de tumor in de borst, een gekende genetische mutatie, de eigenschappen van de tumor, maar ook uw persoonlijke voorkeur.

Borstsparende heelkunde

Bij deze operatie wordt de tumor verwijderd met een kleine marge van het normale weefsel errond. Er kan in ongeveer 70% van de gevallen borstsparend geopereerd worden. Borstsparende heelkunde wordt steeds gevolgd door radiotherapie.

Oncoplastische borstsparende heelkunde

Oncoplastische borstsparende heelkunde brengt de principes van oncologie en plastische heelkunde samen. Er wordt gebruik gemaakt van technieken uit de plastische heelkunde om gezond borstweefsel te verplaatsen en zo het weefseldefect op te vullen dat ontstaat na het verwijderen van de tumor bij een borstsparende operatie. Deze oncoplastische technieken geven een duidelijk beter cosmetisch resultaat bij borstsparende heelkunde. Zo geeft een borstsparende operatie gelijke overlevingskansen als een borstamputatie, maar mét een cosmetisch beter resultaat en een lage kans op herval.

Borstamputatie

Bij een borstamputatie wordt al het borstklierweefsel en de tepel verwijderd. Lymfeklieren maken deel uit van het immuunsysteem en zijn de eerste plaats voor borstkanker om zich te verspreiden. Wanneer borstkanker zich naar de lymfeklieren uitbreidt, is de ziekte nog steeds behandelbaar. Voor een in situ borstkanker worden de lymfeklieren niet verwijderd omdat dit type ziekte zelden uitbreidt buiten de borst. Tijdens de operatie voor een invasieve borstkanker, verwijdert de chirurg enkele lymfeklieren. De patholoog anatomie onderzoekt deze vervolgens onder de microscoop om te zien of er sprake is van kanker in de lymfeklier.

Lymfeklieroperatie

Er zijn twee soorten van lymfeklieroperaties:

  • Sentinelklierprocedure: in de borst wordt een kleine hoeveelheid radioactieve stof in de borst geïnjecteerd om de sentinel- of schildwachtklier te identificeren. Wanneer door de patholoog anatomie geen kankercellen worden gevonden onder de microscoop, is geen verdere lymfeklierheelkunde vereist.
  • Okselklieruitruiming: de chirurg verwijdert alle okselklieren. 

Reconstructieve heelkunde

Een borstreconstructie is mogelijk als je aan één of twee zijden een borstamputatie kreeg of als de borstsparende behandeling een minder ideaal cosmetisch resultaat gaf. Een borstreconstructie helpt je psychologisch, sociaal, emotioneel en functioneel. Het geeft je een betere mentale gezondheid, een beter lichaamsbeeld, meer eigenwaarde. De keuze voor een borstreconstructie is een complexe beslissing met keuzemogelijkheden naar type en timing.

Er bestaan twee types van reconstructie:

  • Eigen weefselreconstructie waarbij een flap van weefsel naar de borst wordt verplaatst
  • Prothese

Bij een onmiddellijke reconstructie zal de borstchirurg de borstamputatie uitvoeren en zal de plastisch chirurg het eerste deel van de reconstructie uitvoeren tijdens dezelfde narcose. Afhankelijk van het type reconstructie, is er later nog een operatie nodig. Bij een reconstructie in twee tijden wordt de reconstructie uitgevoerd wanneer de kankerbehandeling is afgerond.

Een profylactische (preventieve) mastectomie is het verwijderen van een of beide borsten wanneer er geen bewijs van kanker in die borst is. Sommige vrouwen met een heel hoog risico om in hun leven borstkanker te ontwikkelen, kunnen kiezen om beide borsten te laten verwijderen hoewel er geen kanker is gediagnosticeerd. Meestal wordt voor een onmiddellijke reconstructie geopteerd. Een huidsparende borstamputatie behoudt de huid en eventueel de tepel. Lymfeklieren worden niet preventief verwijderd.

Ontdek onze dienst Plastische en Reconstructieve HeelkundeLees meer over Ontdek onze dienst Plastische en Reconstructieve Heelkunde

Hormoontherapie

Van sommige borstkankers wordt de groei gestimuleerd door de vrouwelijke hormonen oestrogeen en progesteron. De groei van hormoongevoelige borstkankers kan op twee manieren gestopt worden, afhankelijk van de situatie.

  • Bij postmenopauzale vrouwen kunnen we het oestrogeen niveau verlagen via medicatie (aromatase-inhibitor).
  • Bij premenopauzale vrouwen stoppen we de eierstokwerking of dienen we anti-oestrogeenmedicatie toe (tamoxifen).

Hormoontherapie wordt bijna altijd gestart zodra de eerste behandeling is afgerond. De keuze en duur van de hormoontherapie hangt af van de individuele omstandigheden.


Radiotherapie

Radiotherapie is een behandeling met radioactieve of ioniserende stralen om de kwaadaardige cellen (kanker) te vernietigen.  Deze behandeling wordt ofwel alleen, ofwel in combinatie met heelkunde of systeemtherapie - zoals chemotherapie of hormonale therapie - voorgeschreven.

Bestraling van kanker gebeurt meestal uitwendig met daarvoor geschikte apparatuur (lineaire versnellers) of inwendig door radioactieve bronnen in het lichaam te brengen. Het is een plaatselijke behandeling en heeft alleen effect in het bestralingsgebied. De behandeling is erop gericht een hoge stralingsdosis in het gezwel te krijgen terwijl de stralingsdosis van de gezonde weefsels laag blijft. Op die manier worden de normale of gezonde cellen zo weinig mogelijk beschadigd en herstellen ze zich nadien gemakkelijk, terwijl de kwaadaardige cellen vernietigd worden.

Bij uitwendige bestraling is het belangrijk om een aangepaste bestralingstechniek te kiezen door de juiste energie of sterkte van de stralen te kiezen en door één of meerdere bestralingsvelden te gebruiken vanuit verschillende bestralingshoeken. Door afzonderlijke bestralingen van enkele minuten, meerdere keren per week te geven, worden tumorcellen effectief beschadigd en krijgt het gezonde weefsel de kans zich te herstellen.

Radioactieve straling kan je niet zien, ruiken of voelen. Bestraald worden doet géén pijn. Goed om weten is dat je na de bestralingen zelf niet radioactief geworden bent. Ook de lichaamsvochten zoals urine en speeksel zijn niet radioactief. Er is geen gevaar voor kinderen, familie en vrienden.

AZ Sint-Lucas heeft geen bestralingsafeling en werkt hiervoor samen met andere ziekenhuizen. De eerste raadpleging gebeurt wel in ons ziekenhuis.


Chemotherapie

Een behandeling met chemotherapie bestaat uit het toedienen van één of meer celremmende geneesmiddelen, cytostatica genoemd. Die middelen remmen de groei van abnormale cellen of vernietigen ze. Ook gezonde cellen kunnen door chemotherapie worden beïnvloed. Dat verklaart veel van de nevenwerkingen.

Chemotherapie is altijd een behandeling op maat. Voor elke patiënt bepaalt de arts nauwkeurig welke geneesmiddelen moeten worden toegediend, op welke manier dat gebeurt en in welke dosis. De therapie kan worden gecombineerd met een operatie, een bestralingsbehandeling of een behandeling met andere soorten celremmende geneesmiddelen.

De behandelingen met chemotherapie gebeuren volgens een vooraf bepaalde frequentie in het dagziekenhuis oncologie.


Immunotherapie

Immunotherapie of immuuntherapie is een groep van behandelingsmethoden die onze natuurlijke afweer of immuniteit stimuleren om kankercellen aan te vallen en op te ruimen. 

Bij sommige vormen van borstkanker is er sprake van een celwand die erg veel HER2-receptoren (Human Epidermal growth factor Receptor 2) bevat. Dit noemen we HER2 positieve borstkanker. Deze receptoren op de celwand kunnen eiwitten aan zich binden die de celgroei stimuleren. Als er sprake is van zo’n groot aantal van deze receptoren, ontvangt de cel teveel groeisignaal en kan deze ongecontroleerd gaan groeien. Bij HER2 positieve borsttumoren wordt, in combinatie met chemotherapie, het geneesmiddel Herceptine toegediend, dat zich specifiek richt naar deze eiwitten en zo de groei van kwaadaardige cellen verhindert terwijl het wel de gezonde cellen spaart. Een behandeling met Herceptine wordt meestal goed verdragen.

Herceptine wordt om de drie weken toegediend onder de vorm van een onderhuidse injectie. Mogelijke bijwerkingen komen vooral voor tijdens de eerste toediening van het geneesmiddel of kort erna:

  • Koorts, rillingen en een grieperig gevoel
  • Maag-en darmproblemen
  • Huiduitslag
  • Verminderde hartfunctie waarvoor regelmatig een hartonderzoek gebeurt